Sir Lancelot
vrijdag 27 augustus 2010
De eerste keer dat ik hem zag was een jaar of tien geleden tijdens een picknick in Scheveningen. We hadden een wandeling gemaakt in het Westbroekpark en ergens aan de Duinweg zouden we pas de inhoud van de rieten mand kunnen inspecteren: gekoelde champagne, witte wijn, sandwiches met gerookte zalm, tapenades, diverse kazen. We liepen met de honden van Jacqueline en Glenn, Lola en Bibi. Die deden, in alle rust, zeker vier keer de afstand die wij liepen. Het was prachtig weer. A lazy, sunday afternoon.
Om 1 uur zou Lance komen, de hond van Geeske en Erik. Hij kwam logeren want de bazin was uit zeilen op de Noordzee.
Ik herinner me nog goed: Sir Lancelot verscheen boven op de heuvel van het duinlandschap en hij bekeek het slagveld met laconieke ogen. Hij was naar zijn strategische positie gelopen zoals 2 Schwartzeneggers achter elkaar zouden lopen. Wijdbeens met zijn torso vooruit nam hij zijn positie in. Zijn 2 oren hingen boven zijn kop en af en toe woei een zwoel windje een oor omhoog. Het gaf hem de gedaante van een spaanse stier of een generaal die de troepen inspecteert. Lola en Bibi schonken nauwelijks aandacht aan Lancelot. Hooguit wisselden ze onderling een korte blik van verstandhouding uit: kijk, daar heb je hem, de krachtpatser.
Lola en Bibi hadden de oogopslag van honden die in de krijgsdienst te veel hebben meegemaakt. Hun ogen leken te zeggen: geef ons nu maar goed te eten. Wat wij allemaal hebben meegemaakt tijdens de jacht dat wil je niet weten. We blaffen wel als er onraad is. Verder moet je niet te veel van ons verwachten. Ons hondenleven was zwaar. Een spoor van bloed, dood en verderf hebben wij gevolgd. Wij zijn de bazen dankbaar voor onze rust.
Lance had de bal gezien en hij wandelde er laconiek naar toe, raapte hem op en legde de bal voor de voeten van Glenn. De strijd kon beginnen en vanaf dat moment was het gedaan met de rust. Lance rende gedurende een uur of twee onvermoeibaar op en neer, hield geen enkele rekening met de toestand van de troepen, die door de warmte, wijn en de hapjes behoorlijk rozig waren geworden. Bibi en Lola hadden zich verstopt onder een parasol. Die deden niet meer mee. Een middagdutje was verder onmogelijk.
Het was in de beginjaren van de overheersing van Lance Armstrong. Alle andere renners deden alleen nog voor spek en bonen mee en Armstrong bepaalde de koers. Voor een ieder was duidelijk dat Armstrong vol zat met een nieuw soort dope. Waarom hij niet gesnapt werd bleef duister. Het peloton fietste achter hem aan als een stel honden na een dagenlange jachtpartij.
Deze vergelijking gaat mank. Sir Lancelot deed het op eigen kracht, uit overtuiging, als een innerlijke stuwing. Als Glenn de bal helemaal naar Het Beloofde Land had gegooid, dan was hij er zonder aarzeling voor jaren op uitgetrokken om hem terug te halen. Sir Lancelot was aangedaan door de Heilige Graal, hij vocht als twee Schwartzeneggers voor genoegdoening en rechtvaardigheid. Sir Lancelot is geen sjoemelaar met verboden middelen.
De tweede keer dat ik hem zag was in Domaine Bellovedere in de Gers, bij het buitenlandse verblijf van Jacqueline en Glenn. Hij kwam, uiterlijk kwiek, in dezelfde tred aangewandeld, maar leek niet meer geïnteresseerd in een bal. Zijn oren wapperden nog wel omhoog en hij had nog steeds - zoals dat modern genoemd wordt - een krachtdadige uitstraling. Hij was doof en zocht rust op strategische plekken. Misschien had hij, zoals een goede gast betaamt, nog weer enige keren zijn kunsten willen tonen. Het hoefde niet, hij was hier thuis. Hij groette beleefd Bibi en Dolce, die met hun blik van verstandhouding duidelijk maakten dat ook zij diverse kruistochten achter de rug hadden. Onze Lance deed nog hier en daar een plasje en ging op zoek naar rustige slaapplaatsen, ergens in de buurt van de Eeuwige Jachtvelden.
Maupas, Amsterdam, 18 augustus 2010